Skip to main content

Met muziek worden de deelnemers aan de twintigste Katwijk Binse Truckrun op het Esa-Estec-terrein in Noordwijk onthaald. De sfeer zit er al meteen goed in. Bijrijders met een (verstandelijke) beperking maken met een trucker een tocht door de bollenstreek. “Dit is de leukste dag van het jaar!” roept Yvonne, die al jaren als bijrijder meegaat.

 “Zo kan ik iets moois doen voor mensen met een beperking”

– Theo Renes

Eenmaal binnen zoeken chauffeurs en bijrijders elkaar op. “Ben jij nummer 25? Ik ga vandaag in truck 25.” Zoekend speurt Yvonne de blauwe kaartjes af die de chauffeurs op hun shirt hebben gespeld. Veel koppels hebben elkaar al gevonden en staan enthousiast te praten. Dan ziet Yvonne tussen alle gezichten opeens een goede bekende: “Mijn beste vriendin Nel! Zij zit ook bij mij in de truck, kijk nummer 25.” Ze loopt op Nel af, die blij is haar maatje gevonden te hebben. Voor Yvonne van Asperen is de truckrun hét evenement van het jaar. “Ik ga al jaren mee, bijna vanaf het begin. Het is zo mooi met al die vrachtwagens. Ik zou het echt niet willen missen.”

Arie haakt ook als bijrijder bij Nel en Yvonne aan, en al snel heeft het groepje chauffeur Clemens van der Klein gevonden. Met z’n vieren lopen ze naar het terrein waar de trucks staan opgesteld. Het is tijd voor een fotomomentje, als herinnering aan deze bijzondere dag. Tot grote verrassing van de passagiers staat er een grote, oude, rode brandweerwagen op hen te wachten. “Wat een mooie auto!”, roept Yvonne. Ook Arie en Nel vinden de opvallende wagen geweldig. Clemens lacht. “Dat wordt een gezellige middag.” Het is voor Clemens de tiende keer dat hij meerijdt. “Het is onwijs leuk om te zien hoe iedereen geniet. Altijd lachende gezichten om je heen, geweldig toch?” Yvonne en Nel zitten natuurlijk naast elkaar. Arie van den Eijkel zit voorin en poseert nog even trots met de chauffeur voor de wagen. Als de foto is genomen, gaat iedereen terug naar de ontvangstruimte om een hapje te eten.

Voordat iedereen in de trucks en bussen gaat zitten, wordt er nog een grote groepsfoto gemaakt. Het is een hele organisatie om te zorgen dat de karavaan met honderd trucks, enkele touringcars en motoragenten op tijd in beweging komt. De politie verleent vrijwillig medewerking en staat in colonne klaar om de wagens te begeleiden. Onder oorverdovend lawaai (veel bijrijders mogen zelf de claxons en alarmknoppen bedienen) komt de stoet in beweging. Een bijzonder moment. “Nu hebben we het meest stressvolle deel van de dag wel gehad”, vertelt Jan van der Bent. Hij is een van de vrijwilligers en druk bezig om te zorgen dat alles gesmeerd loopt. De Katwijk Binse Truckrun is twintig jaar geleden voor de eerste keer georganiseerd met als doel mensen met een (verstandelijke) beperking een mooie dag te bezorgen. Jan: “Truckers uit de regio doen belangeloos mee. Ze zien het plezier bij de deelnemers en genieten daarvan. Wie eenmaal meegedaan heeft, blijft terug komen. We moeten vaak ‘nee’ verkopen aan vrachtwagenchauffeurs die mee willen rijden.”

“Altijd lachende gezichten om je heen, geweldig toch?”

– Clemens van der Klein

In wagen nummer een, helemaal vooraan in de stoet, rijdt Theo Renes, medewerker van Pro Life. Het is voor het eerst dat Pro Life, hoofdsponsor van het evenement, een voertuig heeft in de tocht. Theo bestuurt een oude ambulance. “Ik vind het enorm waardevol om mee te mogen rijden. Mijn broer is autistisch en ging vroeger ook altijd mee met het Truckersfestival dat in Nijkerk werd georganiseerd. Ik weet nog goed dat dat voor hem altijd één groot feest was, waar hij al weken van tevoren naar uit keek. Dat gaf mij extra motivatie om dit te gaan doen: zo kan ik iets moois doen voor iemand met een beperking. En dat je daarbij dan mag rijden in dé iconische oldtimer Volkswagenbus die dan ook nog eens een werkende sirene bevat is een geweldige bonus.” De ambulance als vervoermiddel is niet toevallig door Pro Life gekozen, maar verwijst naar de historie van Pro Life in Katwijk.

Handen
Als bijrijder van Theo stapte Sam den Elsen in. Theo: “Sam was dolenthousiast en blééf zwaaien en lachen. Er mocht van de organisatie veel lawaai gemaakt worden, en de sirene van de ambulance deed het uitstekend. Die moet tot in de verre omtrek te horen zijn geweest. De ambulance had ook een omroepinstallatie die we natuurlijk gebruikt hebben. ‘Goedemiddag mensen, allemaal even zwaaien!’ En ja, daar gingen de wuivende handen de lucht in.” Overal langs de kant stonden mensen met blijde gezichten te zwaaien. Na een tocht van ongeveer drie uur was het alweer voorbij. Sam verzuchtte: “Tja, nu moeten we weer een jaar wachten!” Theo: “Inderdaad, een heel jaar wachten … Als het aan mij ligt, rijd ik volgende jaar weer mee, en Sam ook!”

Dit artikel is onderdeel van het zorgmagazine Liv. Meer weten?
Vraag hier het magazine gratis aan.